Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zijt niet [1]vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij [2]te meerder [3]oordeel zullen ontvangen. 1. Daarmede bestraft hij niet degenen die het leer-ambt begeren, 1 Tim.3:1, maar degenen die zich aanmatigen als grote meesters anderen lichtvaardig te oordelen en te berispen; hoedanige velen gevonden worden, daar de mensen zo geaard zijn, dat zij gebreken van anderen licht zien en berispen, en hunne eigene niet zien. Zie Matth.7:1; Luk.6:37. 2. Grieks groter; dat is, zeer groot en zwaar. 3. Dat is, straf, daar deze na gegeven vonnis pleegt te volgen; zie 1 Kor.11:31. Deze straf wordt uitgedrukt Matth.7:2, en is rechtvaardig, daar zij anderen veroordelen in hetgeen waaraan zijzelf schuldig zijn, en zo ook tegen zichzelf vonnis strijken.